
Afgelopen weekend voor het eerst kunnen werken in ons atelier. Op een paar kleine klusjes die nog moeten gebeuren is het functioneel. Het leek mij leuk om te starten met het maken van
zilverdraad. Dit zilverdraad wordt de basis van nieuw sieraden. Ik had nog diverse kleine stukjes sterling zilver (925) liggen in vorm van knip- en zaagafval.
Het knip- en zaagafval wordt gesmolten in een smeltbakje met een klein beetje borax. Dit borax dient om oxidatie te voorkomen en vervuilingen te verwijderen. Wanneer het zilver vloeibaar is wordt
het in een gietmal / gietijzer gegoten. In mijn geval heb ik een spijker gegoten. Het gieten is een precies klusje, het zilver moet goed gesmolten zijn. Daarnaast moet door de vlam precies in de
gietmal gegoten worden.


Op de foto is te zien dat er vier verschillende holtes in de gietmal zitten met verschillende diameters. Ik heb ervoor gekozen om een brede spijker te gieten.
De spijker zit hierna nog onder de borax. Dit lijkt erg op glas. Dit moet in een vitriool of zuurbad afgekookt worden.

Na het gieten stolt het vloeibare zilver onmiddellijk. Ondanks dat het zilver snel afkoelt, blijft de kern langer warm. Het gevolg dat het kristalisatieproces in de kern langer duurt. Om de spijker verder te kunnen verwerken tot bijvoorbeeld draad moet het eerst gesmeed worden. Hierdoor worden de grote kristallen in de kern klein gesmeed.
Na het uitsmeden is de zilveren spijker klaar voor verdere bewerking. De kop wordt eraf gezaagd en vervolgens wordt de spijker gewalst. Hierover zal ik schrijven in een volgend blog.